Medicatieoverdracht

Een compleet en actueel medicatieoverzicht voorkomt medicatie-incidenten. Om deze incidenten te vermijden, is het essentieel dat zorgverleners en patiënten toegang hebben tot complete en actuele medicatiegegevens. Daarvoor is het nodig dat de medicatiegegevens gestandaardiseerd en elektronisch uitgewisseld kunnen worden tussen de zorginformatiesystemen van zorgverleners en met de persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) van de patiënt. Medicatieoverdracht is daarom een van de geprioriteerde gegevensuitwisselingen.

Medicatieoverdracht bestaat uit de volgende vier onderdelen:

a. Digitaal voorschrijven en ter hand stellen
b. Medicatiegegevens
c. Laboratoriumgegevens voor medicatie
d. Gegevens over contra-indicaties en overgevoeligheden

Medicatie-incidenten veroorzaken jaarlijks ruim 27.000 vermijdbare ziekenhuisopnames. Ook vallen er elk jaar zo’n 1.000 slachtoffers. Complete en goede elektronische overdracht van medicatiegegevens kan menselijk leed door onnodige medicatiefouten en ziekenhuisopnamen voorkomen. Daarnaast vervangt elektronische uitwisseling tijdrovende administratieve werkzaamheden. Zorgverleners houden zo meer tijd over voor patiënten en de kwaliteit van zorg verbetert.

De implementatie

De gegevensuitwisselingen medicatieoverdracht dragen dus bij aan medicatieveiligheid. Het programma Medicatieoverdracht coördineert en begeleidt de invoering van de kwaliteitsstandaard en de bijbehorende informatiestandaarden voor medicatieoverdracht in het zorgveld. Samen met het programma Medicatieoverdracht stimuleert VWS de implementatie van Medicatieoverdracht en bereidt stapsgewijs de wettelijke verplichting voor.

Om de gegevensuitwisseling te verplichten onder de Wegiz, is nodig dat zorgverleners weten over welke gegevens het gaat en hoe de uitwisseling zal plaatsvinden. Welke gegevens zorgverleners uitwisselen staat bijvoorbeeld in de kwaliteitsstandaard.

De wettelijke verplichting kan op twee manieren: spoor 1 (alleen verplichting om elektronisch uit te wisselen) of spoor 2 (elektronisch uitwisselen op basis van normen). Voor de prioritaire gegevensuitwisselingen wordt toegewerkt naar spoor 2 verplichtingen waarbij het noodzakelijk is de voorwaarden aan de uitwisseling (standaarden voor taal en techniek) vast te leggen in een NEN-norm.

Digitaal voorschrijven en ter hand stellen

Voor Medicatieoverdracht geldt dat de spoor 1-aanwijzing ´versturen recept door de huisarts aan de terhandsteller´ per 1 januari 2024 van kracht is. Het gaat hier om het elektronisch versturen van het recept door de huisarts aan de apotheek of apotheekhoudend huisarts. Dit is een onderdeel van (a) Digitaal voorschrijven en ter hand stellen. Zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2023-369.html.

Vanaf 1 juli 2024 geldt ook de verplichting voor huisartsen om de medicatieafspraak (medicatievoorschrift) beschikbaar te stellen aan PGO’s, die voldoen aan een kwaliteitskeurmerk (MedMij-afsprakenstelsel). Dit betekent dat de huisarts het deel van het recept dat betrekking heeft op hoe en wanneer een geneesmiddel gebruikt moet worden (de medicatieafspraak) op verzoek van de patiënt beschikbaar moet stellen in diens PGO. Zie https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2023-431.html.

De spoor 1-aanwijzing vormt de opmaat naar een maximale, gestandaardiseerde elektronische uitwisseling van medicatiegegevens (spoor 2-aanwijzing). VWS en partners werken nu aan de eerste spoor 2-aanwijzing voor medicatieoverdracht. Hierin worden (a) Digitaal voorschrijven en ter hand stellen en (b) Medicatiegegevens meegenomen en zal verwezen worden naar NEN-normen. De verwachte publicatiedatum van deze AMvB is 2026.

De planning voor de spoor 2-aanwijzingen voor (c) Laboratoriumgegevens voor medicatie en (d) Gegevens over contra-indicaties en overgevoeligheden is nog nader te bepalen.